01. aantal protonen: 30
    aantal elektronen: 30
    aantal neutronen 34
   
02. 2 ZnS + 3 O2 -> 2 ZnO + 2 SO2

03. ZnO + 2 H+ + (SO4)2- -> ZnS04 +  H20 

04. Aan de minkant omdat Zn opgelost Zn+ is en dus extra elektronen nodig heeft om vast te worden.

05. 1 Fe + 1,5 O2 -> FeO3

06. Fe = 55,85 u			3 O = 48,00 u
    1 mol Fe = 55,85 gram	3 mol O = 48,00 gram
                                  /55,85x1,10
				  = 9,5 x 10^-1 gram


07. een exotherme reactie omdat het warmte af geeft

08. als de korrels kleiner zijn heb je meer oppervlakte waarmee de 2 stoffem meer kans hebben om met elkaar te kunnen reageren

09. omdat de zout - athlans de chloride daarin - voorkomt dat er een superdunne laag van ijzeroxide ontstaat. dit huidje zou voorkomen dat de reactie zichzelf kon
    voortzetten

10. door het verwarmen van polypropyleen (en niet het verbranden) zal de stof zachter worden en van vorm verwarmen. dit kan je bijvoorbeeld doen door het polypropyleen in
    kokend water te leggen. het plastic zal hier dus door smelten.

11. je hebt 3 bekerglazen, in alle glazen doe je evenveel water. hier strooi je in alle bekerglaasjes evenveel poederijzer in. daarnaast voeg je bij 1 van de glaasjes
    zout toe, bij 1 van de glaasjes actieve kool en bij de laatste niks. na een verloop van tijd is het duidelijk dat de ijzerpoeder in het bekerglaasje met zout meer is
    verroest dan de andere 2 met actieve kool en water.

12. 2 CaO + 5 C -> 2 CaC2 + 1 CO2

13. acetyleen is geen alkaan omdat het niet voldoet aan de formule CnH2n+2

14. C2H2 = 2 x C = 2 x 12,01 = 24,02  u
           2 x H = 2 x 1,008 =  2,016 u
	                       ______ +
                               26,036 u x 1 mol = 26,036 kg ->50kg = 1,92 mol
    
	HCl = 1 x Cl = 1 x 35,45 = 35,45  u
	      1 x H  = 1 x 1,008 =  1,008 u
				   ______ +
				   36,458 u x 1 mol = 36,458 kg x 1,92 = 69.99936 kg

dus 50 kg samen met 69,99936 kg wordt normaal gesproken 119.99936 maar nu maar 96 kg.
119.99936 | 100%
96		  | ?%

100/119,99936 x 96 = 80,00042667 % -> afgerond 80%							   

15. ja want op dezelfde C's zitten de 2 Cl's maar de 2de formule is gespiegeld en is ie een beetje gedraaid.

16.

 H   H   H   H   H   H  
 |   |   |   |   |   |  
.C - C - C - C - C - C.  
 |   |   |   |   |   | 
 H   Cl  H   Cl  H   Cl 



17. destilleren + filtreren

18. 542 gram / kg water oplosbaar.
    ijzer2sulfaat vertaald naar 15 gram water -> 542 / 1000 x 15 = 8,13 gram ijzer2sulfaat kan worden opgelost. -> er kan -0,13 gram ijzer2sulfaat niet worden opgelost
    542 / 1000 x 15 =   

19. ze zullen als 







22. koper: 60 kg x 0,05 = 3 mg
           60 kg x 0,5 = 30 mg, dus 3 - 30 mg per dag voor een persoon van 60 kg
	cadmium: 400 - 500 µg per week = 57,1 - 71,4 µg per dag -> 0,57 tot 0,71 mg per dag voor een persoon
    
	dus bij cadmium mag je een vele malen lagere hoeveelheid binnenkrijgen dan bij koper
	
23. log(2,5) = 0,40 mol L^-1

24. concentratie koper = 3,0x10^-3 Mol/L
    er is 1,0 x 10^9 L dus 3,0x10^6 Mol 
	koper = 63,55 u
	63,55 u x 3,0x10^6 = 1,9x10^8 kg koper


25.